Ferrari's geadopteerde zoon
Michael Schumacher behaalde zijn eerste twee wereldtitels toen hij voor Benneton reed, maar zijn gloriejaren volgden later bij Ferrari. Dertien jaar lang reed hij voor het Italiaanse, ‘rode’ team en sleepte hij titel na titel binnen. Toch duurde het een aantal seizoenen voor hij weer succesvol werd.
Debuut
In 1996 maakte de Formule 1-coureur de overstap van Benneton naar Ferrari. Ferrari presteerde matig in de F1 en stond bekend als een team met betrouwbaarheidsproblemen. Met Schumi als nieuwe aanwinst, hoopte het Italiaanse raceteam het tij te keren en een wereldzege te behalen. In Barcelona kwam de Duitse coureur als eerste over de finish en behaalde zijn eerste zege voor het rode team. Volgens de commentatoren van Gilette World Sport, zei Michael na diezelfde race dat hij er niet op gegokt had om te winnen, omdat hij een slechte kwalificatie had gereden. Schumacher sloot het seizoen af met een derde plek.
Op jacht naar derde wereldtitel
Na zijn debuutseizoen deed Michael volop mee in de strijd om de kampioenzege. Na een domme fout, een inhaalactie waarbij hij de Canadees Villeneuve de grindbak in wilde sturen, greep hij naast zijn derde wereldtitel. Hij belandde zelf naast de baan en werd door de FIA uit de eindstand geschrapt vanwege zijn gevaarlijke actie. Aan de BBC laat hij weten dat hij spijt had van deze actie: “Twee of drie dagen na de race kreeg ik het er erg moeilijk mee en kon ik niet goed slapen omdat ik besefte wat ik had gedaan.”
Ook in 1998 moest Schumi het kampioenschap aan zich voorbij laten gaan. Het werd Ferrari moeilijk gemaakt door rivaal McLaren, die met Mika Häkkinen op weg was naar de beker. Ook in dit seizoen was de laatste race beslissend voor Schumacher, maar door gebreken aan de motor bij de start en een klapband onderweg ging de wereldtitel weer aan zijn neus voorbij.
Het seizoen van 1999 duurde niet lang voor Schumacher: na een ongeluk op het circuit van Silverstone brak hij zijn been op meerdere plekken. Vervanger Eddie Ervine wist de wereldzege net niet binnen te slepen voor Ferrari.
Ferrari en Schumacher uit de put
In 2000 is dan eindelijk de felbegeerde wereldtitel binnen: Schumacher weet in Japan Mika Häkkinen te verslaan. Mika Hakkinen reageer sportief op zijn verlies: "Ik ben twee jaar achtereen kampioen geweest, maar nu is iemand anders aan de beurt. (…) We hebben meer fouten gemaakt dan Ferrari. Daarom is de titel voor Michael terecht."
Vanaf 2001 tot 2004 blijft Michael Schumacher aan de top van de Formule 1 staan. Er worden nog vier wereldtitels behaald voor Ferrari.
Stop eerste carrière
Na het seizoen 2004 ging het bergafwaarts met Schumi en zijn rode team: in 2005 werd maar één race gewonnen. Een jaar later ging het wat beter, maar een 8e wereldtitel zat er niet meer in voor Schumacher. Na de Grand Prix van Italië in datzelfde jaar, kondigde de Duitser zijn vertrek aan. Eigenaar van Formule 1 Bernie Ecclestone over Schumi: “Michael Schumacher is een racer en het is jammer dat er niet meer als hem zijn. Net als jongens als Ayrton Senna en Nigel Mansell, is hij bereid om risico’s te nemen. F1 heeft geen coureurs nodig die wat aanklooien; we willen ze zien racen.”
